
Veldonderzoek 2023 in de maak
Bij het bezoeken van onze website en het bekijken van de projecten, is een nieuwe die een paar maanden geleden is opgedoken het veldonderzoeksproject. We plannen er een voor 2025 in Oeganda voor drie weken en er zijn plannen om dit jaar of volgend jaar ook veldonderzoek te doen in Schotland. Maar een ander veldonderzoeksproject dat niet op de projectenpagina staat, is het veldonderzoek binnen Nederland.
Pesse/Hoogeveen
Onze eigen stad en omgeving heeft veel groen en enkele nationale parken binnen handbereik. Een van die gebieden is Pesse, een klein dorpje in de provincie Drenthe in Nederland. Het is een dorp omgeven door landbouwgrond, wat industrie en veel natuur. Kraloërveld, onderdeel van Nationaal Park Dwingelderveld, is vanaf daar gemakkelijk te bereiken. Maar ook het Spaarbankbos en De Olde Kene zijn plekken met veel biodiversiteit die interessant zijn voor veldonderzoek. En met dit in gedachten zijn we begonnen met het plannen van veldonderzoek voor dit jaar.
Ik begon een paar dagen rond het dorp te fietsen, om te zien hoeveel vogelsoorten er in de omgeving aanwezig zijn. Toen begon ik mogelijke schuilplaatsen voor egels en mogelijke drinkplekken te lokaliseren. Vanaf dat moment was het een kwestie van een wildkampeervergunning aanvragen om meerdere dagen achter elkaar veldonderzoek te kunnen doen.
Vanmorgen kwam de vergunning met de post! We hebben het! Van 22 mei t/m 25 mei 2023 hebben we de vergunning om te wildkamperen tussen de twee dorpen Pesse en Stuifzand, waaronder het gebied Spaarbankbos valt. We zullen de komende weken solide plannen maken als voorbereiding op dit veldonderzoek, zoals nu is bevestigd.
Wat is de onderzoeksvraag?
Dit veldonderzoek is veldonderzoek op zeer basaal niveau. Het is niet-invasief, wat het een stuk eenvoudiger maakt om in Nederland uit te voeren omdat we geen extra vergunningen en licenties nodig hebben. Er wordt al veel onderzoek gedaan naar Europese egels, maar om ze te kunnen vergelijken met andere soorten egels hebben we een eigen databank met informatie nodig. Voor dit onderzoek richten we ons dus vooral op de vraag ‘Welke andere organismen komen ze in hun dagelijks leven tegen en hoe gaan ze daarmee om’. Dat is een heel brede vraag, want met organismen worden zowel planten, vogels, knaagdieren, roofdieren als bacteriën bedoeld.
Wat we gaan doen is het volgende. Gedurende deze vier dagen, vanaf 21 mei tot en met de nacht van 22 mei, observeren we egels 30 minuten per dier. We gaan ze wegen, fotograferen en meten en proberen urine- en ontlastingsmonsters te nemen. We zullen ook monsters van de grond en uit wateren in het gebied nemen.
Onderzoeksmethode
De waarnemingen worden gefilmd met een nachtzichtcamera OF handmatig opgeschreven, afhankelijk van de omstandigheden. Ze worden gebruikt om de routines en interacties van egels met andere organismen te analyseren. Door het wegen en meten wordt een gemiddelde gemaakt van de gewichten en lengtes van de bevolking. De foto’s kunnen worden gebruikt voor referenties in het onderzoek wanneer er afwijkingen optreden.
Urine- en ontlastingsmonsters worden onder een microscoop geanalyseerd om te onderzoeken welke onverteerde stoffen kunnen worden geïdentificeerd en welke bacteriën in hun uitwerpselen leven. Dit draagt bij aan de waarnemingen van de egels zelf en aan het ‘in kaart brengen’ van andere dieren in het gebied. Dit in kaart brengen gebeurt simpelweg door op te schrijven welke dieren we tijdens ons veldonderzoek tegenkomen, ongeacht of een egel er actief mee omgaat. Het kennen van de biodiversiteit helpt ons te begrijpen met welke dieren ze wel en niet omgaan.
De monsters uit de grond en het water worden gebruikt om alle levende organismen erin te identificeren die een egel zouden kunnen beïnvloeden. Egels staan erom bekend dat ze door de grond graven op zoek naar insecten en ander eetbaar materiaal en tijdens het drinken kunnen ze ook organismen opnemen die onzichtbaar zijn voor het blote oog.
Toekomstige doelen in veldonderzoek
Deze methode helpt bij het begrijpen van wat egels eten, drinken en hoe ze omgaan met hun omgeving. En hoewel deze informatie grotendeels bekend is bij Europese egels, is het nog steeds onbekend bij de meeste andere soorten die in Europa, Azië en Afrika leven. Door deze methode te implementeren in ander veldonderzoek naar andere soorten, streven we ernaar een duidelijker beeld te krijgen van de verschillen tussen soorten in hun dieet, maar ook in hun gedrag. Sommige gebieden hebben min of meer roofzuchtige dieren die hun verandering op overleving beïnvloeden, andere plaatsen hebben een min of meer industriële omgeving of agrarische omgeving. Hoe meer informatie we hierover hebben, hoe meer veldonderzoeken we in de toekomst kunnen ontwikkelen die dieper op deze onderwerpen ingaan.
Volg ons!
Als je meer wilt zien over dit veldonderzoek in foto of video, raden we je aan onze sociale media-accounts te volgen. We gaan uploaden op Instagram, Tiktok en Youtube!