
Biologie 101: Inleiding tot populatie ecologie
Het is alweer een tijdje geleden dat we een Biologie 101-bericht hebben geplaatst, maar we zijn terug met een heel interessant onderwerp! De inleiding tot de populatie-ecologie, met de basisprincipes en een klein inzicht in ons huidige veldonderzoek dat wordt gedaan naar Europese egels in Nederland.
Populatie ecologie uitgelegd
Populatie-ecologie is de studie van de interactie van een bepaalde soort geslachtspopulatie (of soms van een hoger taxon) met zijn omgeving. Dat zegt de Oxford Dictionary of Zoology erover. Wat dit in essentie betekent is dat de populatie-ecologie zich richt op de manier waarop dieren en planten reageren en communiceren met hun directe omgeving. Er zijn drie hoofdonderwerpen aanwezig binnen deze onderzoeken:
- Fysiologische ecologie: Hoe het lichaam van een dier fysiek reageert op specifieke situaties.
- Diergedrag: Hoe een dier reageert en communiceert in specifieke situaties.
- Populatiedynamiek: de manier waarop dieren op elkaar reageren.
Daarnaast kunnen onderzoeken naar de bevolkingseconomie op twee manieren worden uitgevoerd, afhankelijk van de onderzoeksgroep.
Autecologie
De studie van individuele organismen of soorten, bijvoorbeeld het bestuderen van egels in hun natuurlijke omgeving en uitsluitend gericht op hun fysiologische ecologie, gedrag en populatiedynamiek.
Synecologie
De studie van hele gemeenschappen, zoals terrestrische ecosystemen. Dit zou bijvoorbeeld een studie van een nationaal park zijn, waarbij de studie de verschillende soorten zou omvatten die van nature in het park voorkomen en hoe ze op elkaar reageren. Dit kunnen ook planten en schimmels zijn, maar ook diersoorten.
Waar wordt populatie ecologie voor gebruikt?
Populatie ecologie is een van de meest ontwikkelde soorten ecologie en wordt wereldwijd gebruikt om populatieaantallen voor alle soorten organismen bij te houden: hun geografische bereik, populatiegroottes en dichtheden, en welke factoren ertoe leiden dat ze zo zeldzaam of algemeen zijn. Dit is een veel voorkomend studieonderwerp bij natuurbehoudsprojecten en enkele van de belangrijkste vragen in de populatie ecologie zijn:
- Hoeveel individuen zijn er binnen de soort als geheel?
- Hoeveel individuen zijn er per populatie?
- Hoe zijn individuen in een populatie ruimtelijk gerangschikt ten opzichte van een andere?
- Komt de soort voor in een bepaald leefgebied, of is hij afwezig?
- Hoeveel populaties zijn er in totaal en waar komt elke populatie voor?
- Wat zijn de verste geografische grenzen van waar een soort voorkomt?
- Zijn er binnen de natuurlijke habitat van de soort natuurrampen die de omgeving per seizoen veranderen?
- Is er concurrentie over hulpbronnen tussen of binnen soorten?
Deze vragen zijn geweldig om mee te beginnen met een studie, om te bepalen welke onderwerpen bestudeerd moeten worden en hoe deze bestudeerd kunnen worden. Binnen de populatie-ecologie worden veldonderzoek en wiskunde gebruikt om de antwoorden op deze vragen te observeren en te berekenen. Hoe? Welnu, er zijn een paar manieren om het te doen.
Europees egelveldonderzoek
Voor de uitleg gebruiken we ons eigen veldonderzoek naar Europese egels binnen een vastgesteld leefgebied in Nederland. Het leefgebied is de stad Hoogeveen en de dorpen eromheen: Pesse, Fluitenberg, Stuifzand, Alteveer, Hollandscheveld en Noordscheschut. Deze habitat bevat een verscheidenheid aan milieutypen, zoals industriële percelen, bossen, moerassen, landbouwgrond en stedelijke omgevingen. Deze zijn allemaal rijk aan Europese egels, omdat ze zijn geëvolueerd om zich als gevolg van de industrialisatie aan al deze omgevingstypen aan te passen.
Sinds 1994 wordt er onderzoek gedaan naar de populatieomvang van Europese egels in Nederland. De populatiegrootte is bepaald als het jaar 2000, zijnde 100% populatieomvang, om als basis te gebruiken voor toekomstige referenties. De daaropvolgende jaren herhaalden ze het proces en markeerden ze de verschillen in relatieve percentages vergeleken met de basislijn (het jaar 2000). Zoals u in de volgende afbeelding kunt zien, heeft er na het jaar 2000 een stijging plaatsgevonden, voordat de cijfers weer daalden.

Sinds 2010 is de bevolkingsomvang steeds verder gedaald. Sinds 1994 is de bevolkingsomvang in 2022 met 50% afgenomen. En de verwachting is dat de bevolking in aantal zal blijven afnemen, voornamelijk als gevolg van de industrialisatie en de toenemende dassenpopulatie in het land.
Nu verder met de eerste onderzoeksvraag.
1. Hoeveel individuen zijn er binnen de soort als geheel?
Nederland kent jaarlijkse egeltellingen, waarbij burgers wordt gevraagd mee te doen aan het tellen van egels in hun tuin en op straat. De meest recente cijfers zijn uit 2022. In dit jaar werden er door het hele land 9400 egels geteld. Dit omvat het tellen vanaf ‘Tuintelling.nl‘ en andere inbegrepen platforms.
2. Hoeveel individuen zijn er per populatie?
Europese egels zijn solitaire dieren en leven daarom over het algemeen alleen. Zelfs als ze elkaar tolereren vanwege het verlies van leefgebied, hebben ze de neiging om in populatiegroottes van 1 te leven. Alleen als vrouwtjes een nestje krijgen, zou dit aantal tijdelijk stijgen naar een populatiegrootte van 7 totdat de jongen oud genoeg zijn om in hun levensonderhoud te voorzien.
3. Hoe zijn individuen in een populatie ruimtelijk gerangschikt ten opzichte van een andere?
Hoewel egels gemakkelijk tot wel 4 kilometer per nacht kunnen rennen, zijn hun relatieve habitats eigenlijk vrij klein en kunnen ze elkaar overlappen. De grove schatting is dat egels slechts een paar honderd meter afstand van elkaars nest houden. Vrouwtjes hebben de neiging om voortdurend van leefgebied te veranderen op zoek naar paringspartners en voedsel, terwijl mannetjes meestal vasthouden aan hun gekozen leefgebied.
4. Komt de soort voor in een bepaald leefgebied, of is hij afwezig?
Binnen de gekozen habitat van ons veldonderzoek is het bekend dat er egels aanwezig zijn. Helaas niet in grote aantallen, zoals het geval is in meer verstedelijkte gebieden, wat het veldonderzoek iets moeilijker maakt, maar des te interessanter omdat egels gedijen in stedelijke gebieden en minder in bossen, moerassen en agrarische landschappen.
5. Hoeveel populaties zijn er in totaal en waar komt elke populatie voor?
Hoeveel populaties voorkomen is gebaseerd op vraag 1 en 2, heel eenvoudig. Het antwoord is 9400. De populatiegrootte is één en er zijn in het land 9400 egels gerapporteerd. De meeste populaties komen voor in Noord-Holland, Zuid-Holland en Gelderland. In de provincie Drenthe waar ons veldonderzoek zich op richt, werden slechts 217 egels gerapporteerd.
6. Wat zijn de verste geografische grenzen van waar een soort voorkomt?
Europese egels komen van nature voor in West-Europa. Volgens de IUCN Red List of Threatened Species komt de soort voor in Oostenrijk, België, Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Letland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, de Russische Federatie, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
7. Zijn er binnen de natuurlijke habitat van de soort natuurrampen die de omgeving per seizoen veranderen?
Tijdens de winter gaan Europese egels in winterslaap, grofweg van eind oktober tot begin april, afhankelijk van het specifieke gebied. Tijdens de warme zomermaanden kunnen ze ook een paar dagen in aestivatie gaan. Andere natuurlijke omstandigheden die het vermelden waard zijn, zijn de incidentele overstromingen van stedelijke gebieden, waardoor grote aantallen dieren getroffen worden.
8. Is er concurrentie over hulpbronnen tussen of binnen soorten?
Ja, als gevolg van de industrialisatie en het verlies van leefgebied hebben egels concurrentie op het gebied van nesten en voedsel. Desondanks hebben Europese egels de neiging om te gedijen in stedelijke steden vanwege menselijk afval, inclusief door mensen verwerkt voedsel. Een andere bijdrage aan de bloeiende egels in stedelijke landschappen is dat mensen kattenbrokjes en veilige schuilplaatsen voor egels in hun tuinen aanbieden. Katten in stedelijke landschappen concurreren ook met egels om voedsel in tuinen.
Ons veldonderzoek
Ons veldonderzoek loopt nog tot eind oktober. Na die tijd zullen we bekijken of we nog een seizoen van onderzoek nodig hebben of dat er voldoende gegevens zijn om conclusies uit te trekken. In ons onderzoek maken we gebruik van veldobservaties, ontlasting- en urinemonsters, het wegen van egels, het bepalen van hun geslacht, het vaststellen van hun locaties en het nemen van water- en grondmonsters van de locaties waar egels worden aangetroffen om andere organismen in het onderzochte leefgebied te bepalen.
Na afronding van dit veldonderzoek hopen we vergelijkbaar veldonderzoek te kunnen doen naar verschillende soorten en de habitats en hun algehele gedrag te kunnen vergelijken, om de verschillen tussen soorten te bestuderen.